This page is not available in English - View in Dutch:
Er hangt iets in de lucht….! Het is tijd voor frisse en andere organisatievormen en –aanpakken. Slow Management vierde bijvoorbeeld het Taylor jaar -100 jaar na Taylor is er zoveel veranderd in de uitdagingen die op organisaties afkomen, dat het tijd is voor een nieuwe insteek, vinden ze. En ze zijn niet de enige! Boeken over Society3.0, Het Nieuwe Organiseren… Praktijkvoorbeelden als Buurtzorg, Meurs HRM en Finext…. Op allerlei plekken zoeken we naar manieren om organisaties zo in te richten te besturen dat ze beter kunnen inspelen op de huidige dynamiek van binnen en buiten. Het denken over organisaties is in beweging.
Blogreeks
In deze blogreeks gaan we op zoek naar nieuwe organisatievormen en –aanpakken die werken. En wat ons betreft vinden we die met name in een nieuw perspectief: door naar organisaties te kijken als een proces, in plaats van als een ‘ding’. Meer ‘organiseren’ dan ‘organisatie’. Als Kessels & Smit collega’s houden we ons daar in ons werk vanuit verschillende invalshoeken mee bezig. De een legt het accent op leiderschap, de ander op innovatie, op werken in teams, op social media of het versterken van diversiteit… Maar allemaal werken we aan manieren om organisaties te helpen meer wendbaar en ‘lerend’ te zijn.
De komende tijd gaan we in een speciale blogreeks op zoek naar beloftevolle voorbeelden van ‘organiseren’-aanpakken. We zien en gebruiken in ons werk zoveel praktijken die werken. Die helpen om de dynamiek, eigenaarschap en het lerend vermogen te versterken. Met deze blogs zetten we er de spotlight op, met voorbeelden en verhalen. En zo kijken we wat we ontdekken aan ‘organiseerprincipes’.
Waarom ‘organiseren’ als invalshoek?
Je kunt op verschillende manieren naar organisaties en instellingen kijken. Vaak hanteren we onbewust een statisch perspectief. Een organisatie als een structuur, met bepaalde kenmerken, procedures en processen en een daarbij horende manier van aansturing. Dat perspectief kleurt dan onze gedachten en gesprekken over de vraag hoe we organisaties nou het beste kunnen inrichten om in te kunnen spelen op een dynamische, complexe, niet-voorspelbare omgeving zoals we die vandaag steeds vaker tegenkomen. En dan komen we op ideeën als: netwerkstructuren, Het Nieuwe Werken, management 2.0, Interactief Management…
We kunnen ook kijken naar organisaties als een proces. Geen organisatie eigenlijk, maar een ‘organiseren’. Dat wil zeggen: een groep mensen met een bepaald doel voor ogen, die zich telkens – met aandacht voor ieders talent en bezieling - opnieuw rond nieuwe of bestaande ‘klussen’ of ‘vraagstukken’ groepeert, daarin nieuwe aanpakken uitprobeert, reflecteert en leert en zo gaandeweg, inspelend op de omgeving, zijn doelen realiseert. En dan komen andere denkrichtingen naar voren, en borrelen andere ideeën op… Manieren van werken. Je kijkt niet naar hoe je het moet inrichten, maar naar wat je in het werk kunt doen.
Voorbeelden van ‘organiseren’
Het ‘organiseren’-perspectief is precies dat: een perspectief. Dat wil zeggen: je kunt altijd naar alle organisaties kijken als een ‘organiseren’. Daar hoef je ze niet anders voor in te richten. Bij het procesperspectief zoek je de oplossing niet in die structuren, maar begin je bij het gedrag, het werken. En kun je dus onmiddellijk ruimte creeren. Denk bijvoorbeeld aan:
- Ontmoeten: iedereen kent het: een vergadering waarin inmiddels zoveel actiepunten op de actiepuntenlijst zijn komen te staan dat je daar elk overleg een uur aan kwijt bent. Iedereen verliest het overzicht op wat de oorspronkelijke ‘klus’ was, en wat de voortgang is - de actiepuntenlijst wordt een soort doel op zich. Er komt dan weer meer lucht door die aan de kant te schuiven en alle aanwezigen zelf te laten vertellen over wat ze aan het doen zijn, wat ze nodig hebben van hun gesprekspartners en zo al doende het werk te verdelen en te organiseren.
- Vakmanschap centraal: een school waar leerkrachten werken zonder vaste lesmethode. Ze kiezen voor elke zes weken een thema en kiezen opdrachten uit verschillende methodes die leerlingen helpen de leerstof op te pikken. Bij het thema ‘jezelf’ krijgen ze bij Nederlands de opdracht een verhaal over zichzelf te schrijven, vanuit Wiskunde meten ze de oppervlakte van hun eigen huis, en zo verder. De leerkrachten blijven het onderwijs ‘organiseren’ en kunnen dus veel makkelijker vernieuwen. De school vertrouwt op hun vakmanschap en commitment aan de schooldoelen.
- Netwerkend werken: een groep rechercheurs die bij aanvang van een nieuw onderzoek naar fraude allerlei mogelijke partners betrekt bij het nadenken over een onderzoeksplan, in plaats van dat de teamleider het schrijft. Door bijvoorbeeld het OM vooraf te betrekken, en ook medewerkers uit de staf of uit andere onderzoeksteams te laten meedenken ontstaan nieuwe inzichten en ideeen en veel energie en betrokkenheid om het onderzoek tot een goed einde te brengen. Ook de rechercheurs wordt echt gevraagd om hun rol in het onderzoek zo vorm te geven dat het expliciet aansluit bij hun talenten en drive.
Stuk voor stuk manieren van werken waarbij meer ruimte komt voor vernieuwing - met kleine of grote stappen - leren van ervaringen, en persoonlijke ontwikkeling en groei.
Op zoek naar mooie praktijken
Het punt van het procesperspectief is dat je kijkt naar: wat doen we in arbeidsorganisaties? Wat zijn manieren van werken die helpen om wendbaar en lerend te zijn, en welke gedragingen passen daar dan bij? We gaan in de komende blogs graag op ontdekkingsreis om onze ervaringen, vormen en voorbeelden te delen en te verdiepen. En zo te komen tot nieuwe ideeen!